Een vrouw in het verzet.

Hier hebben wij het over de overgrootoma van Marit Oosterbeek, die in de oorlog in het verzet zat.

 Ze heette Rompktje Klasina Magdalene Smidt. Ze woonde in Zwolle in de Wipstrik straat met haar ouders en haar 3 broers. Ze was toen 23 jaar. Zij heeft veel joden geholpen met onderduiken, waaronder een blond meisje waarvan de ouders al opgepakt waren. Ook heeft ze brood en ander soort voedsel in de wagonnen gegooid waarmee joden op weg waren naar concentratiekampen. In de tijd van de Hongerwinter maakte ze poppen in ruil voor eten.

Ook deelde ze flyers en kranten uit. Die verstopte ze in haar jas of fietstas, Wat eigenlijk verboden was door De Duitsers. Ook heeft ze voor zich zelf samen met andere vrouwen kolen gestolen voor warmte in hun huis. De kolen lagen in stilstaande treinwagonnen die bewaakt werden door de Duitsers. Toen er een aanval met mitrailleuren kwam, vluchtten de Duitsers. Ondertussen klom mijn overgrootoma op de wagonnen om vervolgens kolen naar beneden te gooien waar andere vrouwen het opvingen. Ze was voor veel mensen dus een held.